De Sneeuwvlok-methode

Geplaatst op

In hoofdlijnen zijn er twee soorten schrijvers: Je hebt ‘plotters’ en ‘pantsers’. Pantsers schrijven het liefst zoveel mogelijk uit de losse pols. Plotters maken gebruik van schema’s en structuur.

Zelf kan ik me niet voorstellen dat een 100% pantser een goed boek kan schrijven. Ik ben een groot fan van het thriller-genre en daarin moet je doelbewust iemand in het begin op het verkeerde been zetten, zodat je de lezer verderop kan verrassen met een heerlijke plottwist. Zoiets moet je vooraf uitdenken, anders is het m.i. onmogelijk om tijdens de vroegere hoofdstukken met subtiele hints te strooien. Maar, dat is mijn mening. Misschien ben jij een fantastische pantser.

Randy Ingermanson heeft speciaal voor plotters ‘De Sneeuwvlok-methode’ bedacht. Op https://www.advancedfictionwriting.com geeft Randy aan dat een goed boek niet zomaar komt aanwaaien, het is volgens hem iets dat wordt ontworpen.

Hieronder beschrijf ik zijn stappen en per stap geef ik een persoonlijke toelichting.

Een boek schrijven is eenvoudig

Iedereen kan schrijven, maar niet iedereen kan een goed boek schrijven. Als het allemaal zo makkelijk was, dan zouden we allemaal bestsellers schrijven en konden we onszelf niet onderscheiden.

Persoonlijk heb ik veel baat gehad bij structuur. In het verleden liep ik vaak vast, voornamelijk omdat ik niet wist hoe het verhaal zou eindigen. Sterker nog, ik wist zelfs niet hoe het midden van het boek eruit zou zien.

Die tien stappen van de sneeuwvlok-methode

Stap 1: Samenvatting in één zin

Je neemt één uur de tijd. Hierin schrijf je een samenvatting van je boek in één zin. Beperk deze zin tot maximaal 15 woorden.

Dit is een bijna onmogelijke taak, maar toch leuk om te proberen.

  • De bijbel: Een onzichtbaar vaderfiguur gebruikt zijn zoon om de mensheid structuur voor zelfbehoud te geven? Dit zijn 14 woorden. Komt het over? Niet echt.
  • Lord of the Rings: Een jonge held probeert samen met elfen en dwergen de ondergang van de wereld te voorkomen. Oh nee, dat zijn al 16 woorden. Kan jij het beter?
  • Een zojuist verzonnen verhaal: Een pasgetrouwde vrouw ontmaskert het dubbelleven van haar man en moet vechten voor haar leven.

Stap 2: Werkt het uit tot één alinea

Probeer jezelf hier te beperken tot vijf zinnen. Een simpel voorbeeld:

Een jongetrouwd stel verhuist naar een andere stad om daar een nieuw leven op te bouwen. Na enkele weken vindt de vrouw in enkele nog niet opengemaakte dozen dat haar man niet is wie hij zegt dat hij is. Terwijl ze graaft in zijn verleden, begint er van alles verkeerd te gaan in hun leven, waardoor ze genoodzaakt is om een bevriende politieagent in te schakelen. Veel te laat komt ze erachter dat haar man vanuit liefde bepaalde geheimen bewaarde, waardoor niet alleen haar huwelijk, maar haar hele bestaan in gevaar komt. In een onmogelijke wedstrijd tegen de klok ontpopt ze zich als een vechtlustige vrouw, die opkomt voor gerechtigheid en lukt het haar uitendelijk om samen met haar man te ontsnappen van een gestoorde maffiabaas.

Ik verzin dit ter plekke, maar het geeft hopelijk een goed beeld van hoe je dit zou kunnen doen.

Stap 3: Het ontwikkelen van je personages

Je hebt nu al in hoofdlijnen een verhaal. Maar het ontbreekt je nog aan personages. Hoe beter je personages zijn uitgewerkt, des te beter wordt je boek. Ze moeten iets meemaken, een persoonlijke ontwikkeling. Ze krijgen te maken met een lastige keuze, veranderende opvattingen. Ze moeten gaan leven.

Vul het volgende voor elk personage in:

  1. De naam van het personage
  2. Een samenvatting van de verhaallijn in één zin, vanuit het oogpunt van dit personage
  3. De motivatie van het personage (waarom doen ze wat ze doen?)
  4. Het doel van het personage (wat wil hij/zij bereiken?)
  5. Het conflict van het personage (wat overkomt hem/haar?)
  6. De openbaring. Wat beseft, leert of hoe veranderd hij/zij tijdens het verhaal?
  7. De samenvatting van de verhaallijn in één alinea, vanuit het oogpunt van dit personage

Stap 4: Werk je alinea uit tot vijf alinea’s

Bij stap twee heb je een alinea geschreven met vijf zinnen. Deze ga je nu uitwerken tot vijf alinea’s, of je streeft in totaal naar zo’n vijfhonderd woorden.

Stap 5: Nog meer ontwikkeling van je personages

Als onderdeel van deze vijfde stap ga je het verhaal vanuit hun perspectief vertellen.

  • Voor alle hoofpersonen een bladzijde (+- 500 woorden)
  • Voor alle bijpersonen een halve bladzijde (+- 250 woorden)

Het mooie van deze stap is dat je jezelf nog beter gaat inleven. Bij dat pasgetrouwde stel kwam die vrouw erachter dat haar man niet is wij hij zegt wie hij is. Dat is haar perspectief. Die man weet al wie hij is, hij probeert zijn verleden juist zo goed mogelijk te verbergen. Zij zullen die verhuizing dus beiden op een andere manier ervaren. En ze vluchten voor iets of iemand. Die ‘bad-guy’ heeft een reden om achter hun aan te zitten. Wat is zijn verhaal en hoe reageert hij als hij ze ineens heeft gevonden? De bevriende politieagent komt misschien voor een lastige situatie te staan, volgt hij de wet of helpt hij een oude vriendin?

Waar begint voor elk hun verhaal? Hoe beleven zij dat en waar stopt het voor hen?

Stap zes: Geef je verhaal wat meer body

Als je in stap vier tot ongeveer een bladzijde kwam, dan ga je het nu uitwerken naar vijf bladzijden. Samen met je meer uitgewerkte personages krijgt je verhaal nu echt een serieuze vorm. Je wordt nu gedwongen meer technisch na te denken over je verhaal.

Stap 7: De details

Dit is de stap waarin je verhaal kleur gaat krijgen. Je gaat de details invullen.

Als je een personage bijvoorbeeld bang wil laten zijn voor het donker, dan ga je hier verzinnen waarom die persoon bang is voor het donker. Drinkt iemand overmatig, dan moet je hier verzinnen hoe dat komt. Je geeft iemand een geschiedenis.

De drang waardoor een vrouw op volwassen leeftijd per se de beste bergbeklimster wil zijn, kan zo maar ontstaan zijn vanuit een traumatische jeugdervaring. Misschien is haar moeder in een rolstoel terecht gekomen en dwong ze haar dochter al op vroege leeftijd om te doen wat zij niet meer kon. Dit soort complexe ervaringen kunnen een personage levensecht maken.

Het is dus niet genoeg om te zeggen dat iemand arrogant is of dat iemand verlegen overkomt. Jij moet hier voor elke karaktereigenschap een verklaring verzinnen. Daarnaast omvat dit inkleuren ook hoe iemand er letterlijk uit ziet. Draagt iemand graag een spijkerjack? Zijn dure luchtjes belangrijk?

En het is leuk om hier grappige en authentieke eigenschappen in te verwerken. Zo dacht ik ooit dat ik allergisch was voor kiwi’s. In mijn boek gooi ik dus regelmatig een kiwi uit het raam. Slaat nergens op, maar het laat iets van karakter zien. Ik had ze ook in een vuilnisbak kunnen doen of aan iemand anders kunnen geven.

Stap 8: Breng je scenes in kaart

Je hebt nu een verhaal van enkele bladzijden. Ook heb je flink uitgewerkte personages. Nu moet je na gaan denken over de scènes die je wilt beschrijven. Dit hoeft nog niet in de perfecte volgorde te zijn, dat komt later pas.

Open een Excel bestand en beschrijf zo’n 100 scènes. Elke scène krijgt een regel.

Voorbeeld van een scène: Nadat de stroom uitvalt, gaat Celeste tegen het advies van haar man toch de kelder in, waar ze een vreemde foto van haar man vindt in een leven dat totaal niet bij hem past.

De laatste stap uit deze oefening is het toekennen van hoofdstuk nummers aan al die scènes. Misschien heb je het in chronologische volgorde geschreven, maar dat betekent niet dat de lezer het in chronologische volgorde hoeft te lezen.

Stap 9: Werk de scenes uit

Nu staat Celeste op het punt om in bad te gaan. Ze schenkt een processo in en laat haar printer ratelen omdat ze in bad nog iets wil doorlezen voor werk. Net wanneer ze de bruisbal in het water gooit, is het ineens pikdonker. De hond van de buren blaft. Haar man zegt dat ze beter kaarsen aan kan steken totdat hij thuis is, maar eigenwijs zoals ze is, loopt ze op haar roze slippers de vochtige keldertrap af. De muffige lucht doet haar denken aan iets van vroeger. Uit nieuwsgierigheid snuffelt ze in een verroest rek met overgebleven spullen van de vorige bewoners. Ze schrikt van een spin, springt naar achteren en struikelt over een verhuisdoos die er vrij nieuw uitziet. Terwijl ze overeind krabbelt, merkt ze dat er een schaafwond op haar knie zit. Etc.

Details. Omgeving. Backstory. Zintuigelijke ervaring. Innerlijke stem.

Dit was heel beknopt, maar als je dit mooi opschrijft, kan je er makkelijk tweeduizend woorden mee schrijven.

Maak van elke scène een mooi spannend verhaal. Nu begin je pas echt te schrijven.

Stap 10: Je eerste versie van je boek

Als het goed is, heb je nu uitgewerkte scènes in de juiste volgorde verdeeld over een aantal hoofdstukken. Dan ben je al heel erg ver met het schrijven van een boek. Je kan nog wat schuiven, aanvullen, schrappen of herschrijven om het nog mooier te maken.

Leg het nu minimaal een week opzij. Liever een maand. Daarna lees je alles vanaf het begin opnieuw en maak je aantekeningen. Hoe leest het? Is het spannend? Welke scène voelt nog niet goed genoeg?

Probeer er een mooie rode lijn in te brengen. Zoek een paar proeflezers en vraag feedback. Ook kan je proberen samen te werken met een redacteur die jou kan helpen bij de inhoudelijke en technische redactie van je manuscript. Ik kan hiervoor Kim Linssen en Sabine Mourits aanbevelen.

Tot slot

Ik hoop dat ik je kon inspireren met deze aanpak. Veel succes met schrijven!

2 reacties op “De Sneeuwvlok-methode&rdquo

  1. Ja, prima opbouw. Ik weet alleen niet of het exact volgen van die stappen mijn flow belemmert. Je kunt deze stappen ook later toepassen en ze zijn super voor de proposal naar de uitgever.

  2. Het is zeker zinvol om het uit te proberen. Het kan er alleen maar beter van worden.

Reacties zijn gesloten.